Stressklachten herkennen bij jezelf en bij een ander

In een citroen bijten is niet lekker en dat is op bovenstaande foto is duidelijk te zien. Hoe anders is dat met stress- of spanningsklachten. Vaak vallen ze niet op omdat ze lijken op alledaagse reacties en gedragingen van mensen. Nog vaker merk je ze niet (meer) op omdat je ze “gewoon” bent gaan vinden, bijvoorbeeld 3x per week een paracetamol nemen omdat je hoofdpijn hebt of een extra kop koffie omdat je zo moeilijk je bed uitkomt.

Het komt voor dat mensen van de ene op de andere dag niet meer in staat zijn om te werken en hun gezin te runnen. Zo verging het Pieter. Niemand had in de gaten dat het niet goed met hem ging, thuis niet, op het werk niet en Pieter zelf al helemaal niet. Hij heeft zich voor de vakantie flink ingezet om alles af te krijgen, had wat moeite met afschakelen op de camping, maar heeft toch redelijk fijne vakantie gehad. Op de eerste werkdag klapt hij in elkaar en wil het niet meer. Hij is helemaal opgebrand.

Dat mensen het zo lang volhouden om onder hoogspanning te staan, heeft te maken met compensatoire stress: in een stresssituatie die langer duurt, maakt het lichaam cortisol aan dat er voor zorgt dat iemand kan blijven functioneren. Als daar echter geen einde aan komt, de stress hoog blijft en er onvoldoende herstel tegenover staat in de vorm van rust, slaap en ontspanning, breekt het lijntje.

Hoe fijn zou het zijn geweest als Pieter eerder had kunnen ingrijpen en had kunnen voorkomen dat het zo slecht met hem zou gaan? Als hij of mensen in zijn omgeving signalen van stress hadden herkend en als hij daar vervolgens adequaat op had kunnen reageren?

Eerste signalen van stress

Als ik je vraag wat je eerste stresssignaal is, m.a.w. wat voor signaal je lichaam als eerste afgeeft als de druk die je ervaart te groot wordt, antwoord je dan net als veel cliënten “dan lig ik de hele nacht wakker”, of “dan ben ik niet vooruit te branden” of “dan kan ik de hele dag wel huilen”? Dit kunnen inderdaad signalen zijn dat er sprake is van overmatige stress, maar zeker niet de eerste. Het gaat hier immers om forse klachten die echt niet in 1 dag ontstaan. Je lichaam heeft zeer waarschijnlijk eerder al een veelheid aan subtielere hints afgegeven dat het tijd werd om een pas-op-de-plaats te maken, maar die heb je niet opgemerkt of niet toegelaten. Misschien had je op dat moment teveel aan zijn hoofd of werd er teveel van je verlangd, waardoor je (onbewust) niet kon stilstaan bij wat je eigenlijk nodig had. Misschien had je het idee dat er geen ruimte was om wat rust te nemen of vond je bepaalde activiteiten te leuk of te belangrijk om ze te laten schieten.

Het eerste signaal van stress kan per persoon verschillen. Het kan er als volgt uit zien:

  • spanning in nek en schouders
  • lichte irritatie
  • “vitten” op zaken waar je je normaal niet druk om maakt
  • vermoeid gevoel
  • etc.

Het is aan te bevelen om op zoek te gaan naar jouw specifieke eerste signaal van stress. Als je dat herkent kan je immers ingrijpen: een korte pauze nemen, die avond wat eerder naar bed gaan, overzicht creëren in je werk en prioriteiten stellen, een ontspannende activiteit plannen. Maakt niet uit, als je er maar actie op zet!

Spanningsklachten herkennen in 3 categorieën

Op het moment dat stress langer aanhoudt en er onvoldoende herstel tegenover staat, ontstaan er klachten op het lichamelijke en psychische vlak en op gedragsniveau. Het gaat meestal niet om 1 signaal, maar een combinatie van verschillende klachten die maakt dat er gedacht wordt aan overbelasting. De klachten kunnen per persoon verschillen en in meer of mindere mate aanwezig zijn. Het is met name van belang om te letten op veranderingen in lichamelijke en psychische klachten en gedrag. Zo kan iemand die bijvoorbeeld chronische rugklachten heeft een verergering daarvan ervaren of iemand die graag een glas wijn drinkt dat opmerkelijk meer doen. Iemand die normaal heel actief is, heeft geen zin om iets te ondernemen. Iemand die zich normaal gesproken flexibel opstelt, vertoont tekenen van starheid.

Het gaat te ver om hier alle mogelijke symptomen van overmatige spanning en stress te noemen, daarom zal per categorie volstaan worden met een aantal voorbeelden[1]. Neem vooral contact op als je behoefte hebt aan een uitgebreidere lijst: info@opnaarbalans.nl

lichamelijk

psychisch

gedrag

vermoeidheid; hartkloppingen; slecht in- of doorslapen; rugpijn; spierpijn; duizeligheid; maag- en darmklachten; niet kunnen stilzitten; verhoogde bloeddruk; hyperventileren; etc.

piekeren; gespannen en/of opgejaagd gevoel; prikkelbaarheid; snel emotioneel zijn; onrust ervaren; onzekerheid ervaren; geen drukte kunnen hanteren; opzien tegen werk of sociale activiteiten; moeilijk kunnen concentreren; etc.

meer of juist minder eten; fouten maken; geregeld overwerken; het werk niet meer afkrijgen; chaotisch werken; geregeld ’s avonds voor de TV in slaap vallen; thuis tot niets komen; sociale contacten mijden; etc.

Stressklachten waargenomen en dan?

Heb je stressklachten opgemerkt bij jezelf? Ga dan vooral praten met je partner, een goede vriendin of een collega. Heeft hij of zij ook gemerkt dat het niet zo lekker met je gaat? Zijn er maatregelen die je kunt nemen om de druk die je ervaart in je privé-leven en/of in je werk te verminderen? Ga ermee aan de slag en neem waar of de klachten na enkele dagen of weken verminderen. Zo niet is het een goed idee om je huisarts te bezoeken om eventuele medische oorzaken uit te sluiten. Verder is het zinvol om een gesprek met je leidinggevende aan te gaan, met name als de spanningsklachten te maken hebben met werkdruk, maar zeker ook als ze meer op het privé-vlak liggen. Ze beïnvloeden immers hoe het met jou gaat als persoon en daarmee direct of indirect jouw werk. Misschien is er aanleiding om je werk tijdelijk aan te passen in taken of uren, bestaat er op je werk een regeling als zorgverlof, kan je wat vakantiedagen opnemen of kan de werkgever je ondersteuning bieden in de vorm van bijvoorbeeld coaching of een training timemanagement.

Heb je het idee dat je collega of medewerker spanningsklachten ervaart, ga dan het gesprek met hem of haar aan. Benoem wat je waarneemt en vraag of de persoon dit herkent. Zo ja, bespreek eventuele oorzaken die de persoon kan bedenken en wat hij of zij daarmee zou kunnen doen. Stel je coachend op en laat hem of haar zoveel mogelijk zijn of haar eigen aanpak en oplossingen bedenken. Wees terughoudend met suggesties en adviezen en geef ze pas als de medewerker daar om vraagt of als je het idee hebt dat hij of zij even niet in staat is om ze zelf te bedenken. Het is belangrijk dat er zowel thuis als op het werk druk van de ketel gaat, neem dus beide mee in het gesprek.

Stimuleer bij ernstige klachten een gesprek met de leidinggevende, een bezoek aan de bedrijfs- of huisarts en verwijs door naar een coach.

[1] Bron: KIS Kwalitatieve Inventarisatie Spanningsklachten A. Rogier