De controle, kost wat kost

Na de reorganisatie is er sprake van zelfsturing en meer teamverantwoordelijkheid. Voor die tijd had ze al behoorlijk wat werk op haar bordje, maar nu lijkt het wel of het nooit afkomt. Weliswaar heeft het management een paar nieuwe collega's toegevoegd aan het team, maar ja, die weten nog niet van wanten en er is er zelfs een bij die de neiging heeft om de kantjes er vanaf te lopen.

Voor haar staat kwaliteit op de eerste plaats, dus doet ze er nog een schepje bovenop. Ze checkt of alle lijsten correct zijn ingevuld, ze vraagt haar collega of hij er nog aan gedacht heeft om de manager te informeren over die klant. Ze bekijkt aan het einde van haar werkdag of ze geen mail over het hoofd heeft gezien en of de agenda voor de meeting van morgen daadwerkelijk is verstuurd. O ja, zijn de broodjes voor overmorgen wel besteld? Stel je voordat ze de klant niets kunnen aanbieden tijdens het lunchoverleg. Eindelijk kan ze naar huis. Als ze bijna thuis is, valt haar in dat ze klant X nog niet de beloofde overzichten heeft gemaild, dus zit er niets anders op dan weer achter de laptop te gaan zitten.

's Avonds op de bank bekruipt haar een onrustig gevoel. Heeft haar man, die op zakenreis is, de rekening van de tandarts wel betaald? Zou haar dochter er aan gedacht hebben om broodjes voor het schoolreisje te kopen? Ze moet echt niet vergeten dat ze volgende week dinsdag met haar moeder naar het ziekenhuis moet en dat ze haar baas nog moet laten weten dat ze dan later komt.

Als ze eindelijk in bed ligt, blijft ze malen. Er moet nog zoveel gedaan worden, zowel thuis als op het werk. Ze maakt het licht maar weer aan, want het helpt om zaken op te schrijven die ze niet mag vergeten, zo kan ze ze tijdelijk uit haar hoofd zetten.

Zelf doen

Opgejaagd komt ze binnen. Eigenlijk heeft ze geen tijd voor een coachgesprek. Het is vakantietijd en de nieuwste collega is alleen op de werkvloer. Bovendien moet ze het werk overnemen van collega N. die al achterstand had voordat hij op vakantie ging.

Op mijn vraag welke gedachten leiden naar dit harde werken, antwoordt ze dat ze het beter zelf kan doen, want dan gebeurt het tenminste goed. Ze zijn als team verantwoordelijk voor het geheel, dus als anderen (nog) niet in staat zijn om hun werk fatsoenlijk te doen, heeft zij geen andere keus dan ze aan te vullen.

Ze blijkt op haar vrije dagen de mails te checken en de telefoon bij zich te dragen, omdat ze geen belangrijke zaken wil missen en zo nodig wil kunnen bijspringen als het spaak dreigt te lopen.

Ze ergert zich aan haar gezinsleden die nooit eens iets onthouden, die ze altijd achterna moet lopen en die niets uit zichzelf doen. Als ik haar wijs op haar stelligheid (in het gebruik van nooit, altijd en niets) moet ze toegeven dat ze inderdaad wel snel is in het overnemen van zaken en dat ze hen daarmee misschien niet voldoende de kans en de ruimte geeft om het zelf te doen of te bedenken. En als ze heel eerlijk is, heeft ze vaak commentaar als ze wel eens iets uit zichzelf doen, waardoor ze het op een gegeven moment maar opgeven, omdat ze het in haar ogen toch niet goed kunnen doen.

Deze controle levert haar een gevoel van grip en zekerheid op, tegelijkertijd kost hij bakken met energie. Ze begint in te zien dat meer loslaten de enige oplossing is, maar hoe doe je dat “loslaten”?

Loslaten in 7 tips

Loslaten is gemakkelijker gezegd dan gedaan, hoe pak je het aan?

1. daag jezelf uit in kleine haalbare stappen. Strijk een deel van het wasgoed niet, vouw het netjes op en leg het zo in de kast of stuur een mail eens zonder hem nagelezen te hebben. Dat voelt ongemakkelijk, maar als je doorzet lukt het steeds beter. Door uit je comfortzone te gaan geef je jezelf de kans te leren dat loslaten niet noodzakelijkerwijs leidt tot rampen…

2. delegeer een taak aan een collega en spreek af dat hij je om hulp vraagt als hij er niet uitkomt. Jij stelt zelf geen vragen over de taak. Geef hem het vertrouwen dat het goed komt en controleer zijn werk niet. Met andere woorden laat de verantwoordelijkheid bij hem liggen. Begin met een minder belangrijke taak en voer het op

3. zet je werktelefoon eens uit op je vrije dag en ervaar wat er gebeurt. Is dat een te grote stap, informeer dan je collega’s dat je niet bereikbaar bent.

4. schrijf op meerdere Post-it’s zinnen die jou inspireren om los te laten, bijvoorbeeld “Meerdere wegen leiden naar Rome en mijn manier is niet per se de beste” of “Als je loslaat, heb je 2 handen vrij” (Loesje) of “Loslaten betekent niet laten vallen, maar iemand de kans geven om op eigen benen te staan…” (www.voorpositiviteit.nl) Plak ze daar waar je je moeilijk kunt bedwingen om te controleren: op je computer, op de koelkast thuis en lees ze vaak hardop aan jezelf voor!

5. besef dat iedere persoon het recht heeft om te leren van zijn eigen fouten en dat dat diegene meer oplevert dan als jij met al je goede bedoelingen de kastanjes voor hem uit het vuur blijft halen. Denk aan een kind dat leert fietsen: als je er achteraan blijft rennen om het zadel vast te houden, ervaart het kind niet dat het kan fietsen

6. deel je voornemen om meer los te laten met je partner en enkele collega’s, die je dan mogen aanspreken als je weer naar controle neigt. Spreek een woord af dat ze dan tegen je zeggen

7. pak een prettige, ontspannende activiteit op in de tijd die je overhoudt!

Merk je dat loslaten toch echt wel een dingetje voor je is en dat de drang om te controleren de boventoon blijft voeren, maak dan een afspraak, zodat we samen kunnen onderzoeken wat jij nodig hebt om de controle losser te laten en de ruimte die daardoor ontstaat vast te pakken!


Saskia

Op naar enthousiast, energiek en zinvol werken en leven!

Tue, 11 September